De pups laten we in huis geboren worden. Daar is het lekker warm en kunnen we ze goed in de gaten houden. Maar belangrijker nog: het gedrag van de pup wordt bepaald door de genetische aanleg en de omgeving waar ze in opgroeien.
Puppy’s worden doof en blind geboren. Daardoor zijn ze volledig afhankelijk van hun moeder. Het enige wat ze zelf kunnen vinden zijn de tepels van hun moeder om melk te drinken. Dit is de neonatale fase.
Als de pups tussen de tien en veertien dagen oud zijn gaan de oogjes langzaam open en gaan ze steeds beter horen. Tijdens deze periode beginnen de puppy’s zich ook te bewegen. Dit noemen we de overgangsfase. Die duurt tot ongeveer de 21ste dag na de geboorte.
Vanaf dag 21 begint de socialisatiefase. Deze fase duurt tot en met de derde maand na geboorte. Dit is een heel belangrijke periode voor de puppy’s! In deze periode gaat de lichamelijke ontwikkeling razend snel en de pups moeten met zoveel mogelijk zaken kennismaken: kinderen en volwassenen, maar ook andere honden, konijnen, katten, geluiden in huis, noem het maar op. Zo leert de pup met nieuwe situaties om te gaan. In het begin van deze periode staat de pup open voor alle nieuwe indrukken. Hij is nieuwsgierig, wil alles benaderen en is nergens bang voor. Langzaam neemt de neiging tot benaderen af en ontwikkelt zicht angstgedrag. Bij een goed gesocialiseerde pup zul je hier in de praktijk weinig van merken.
Wij steken heel veel energie in de socialisatiefase. Zo leggen we een stevige basis voor een pup met een fijn karakter!